Januari 2021
In 5 stappen naar goed onderhoud ventilatiesystemen
Ventileren zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat in binnenruimtes. -Raampje open dan maar? In onze moderne geïsoleerde woningen en utiliteitsgebouwen is dat niet meer voldoende. Een natuurlijk of mechanisch ventilatiesysteem voert frisse lucht toe en verwijdert vervuilde lucht. Om optimaal te kunnen blijven presteren -tijdens de gehele levensduur hebben deze systemen goed onderhoud nodig. E&W stelt daarvoor een vijfstappenplan op.
1 Een goede voorbereiding…
Goed onderhoud vormt de laatste stap in een traject naar een gezonde binnenlucht. In het ideale geval worden de aanleg en het onderhoud van een ventilatiesysteem door hetzelfde bedrijf uitgevoerd. De installateur kan dan een optimaal systeem adviseren, waarin bijvoorbeeld ook de kosten op lange termijn zijn meegenomen, zoals die voor onderhoud. En hij kan de puntjes op de i zetten tijdens de aanleg en zijn personeel trainen, zodat het onderhoud volgens het instructieboekje verloopt. Maar aanleg en onderhoud zijn niet altijd onder één dak verenigd. Kijk in dat geval eerst hoe de installatie is aangelegd, voordat je aan het onderhoud begint. Want let wel, met goed onderhoud kun je een ventilatiesysteem niet meer verbeteren, alleen het maximale eruit halen. De Gezondheidsraad beveelt een minimale luchtverversing aan van 25 m³/h per persoon. Die aanbeveling is verwerkt in het Bouwbesluit. Bij ruimtes met een woonfunctie hoort bijvoorbeeld een ventilatiecapaciteit van 0,9 dm³/s per vierkante meter vloeroppervlakte. Maar twee mensen die acht uur slapen in een kleine kamer hebben meer frisse lucht nodig. In praktijk pakt de minimaal benodigde capaciteit op basis van het Bouwbesluit daarom wel eens te laag uit. Een eenvoudige CO2-meting maakt duidelijk of een bestaand ventilatiesysteem voldoet. Buitenlucht bevat zo’n 400 ppm CO2. Binnen is de bovengrens volgens het Bouwbesluit 1.200 ppm. Wie een kamer binnenkomt met een CO2-gehalte van 1.500 ppm ruikt een onmiskenbaar muffe lucht. Dat betekent dus werk aan de winkel!
2 Standaard onderhoud: de filters
Goed onderhoud van alle systemen begint met schoonmaken. De eenvoudige systemen met natuurlijke toevoer van verse buitenlucht hebben genoeg aan een doekje en een stofzuiger om de ventilatieroosters boven de ramen te reinigen. Bij balansventilatie gaat de eerste aandacht uit naar het reinigen en vervangen van de filters. Het filter bij de luchttoevoer voorkomt stof in gebruiksruimtes. Het afvoerfilter beschermt de mechanische componenten van het systeem tegen stof, schimmels en bacteriën. Door verstopte filters moeten ventilatoren harder werken en verbruiken ze dus meer stroom, tot wel 10 procent meer. Vervuilde filters kunnen de luchtverversing tot de helft doen terugvallen. De ventilator slijt ook sneller en kan meer geluid gaan maken. Bij de ventilatieventielen kan daarnaast een hinderlijke ruis ontstaan. Het onderhoudsinterval van filters hangt af van het systeem, maar reinigen is meestal iedere drie tot zes maanden nodig. Vervangen moet halfjaarlijks, jaarlijks of iedere twee jaar. Ook de omgeving speelt een rol. Bij gebouwen langs een drukke snelweg moeten filters vaker worden vervangen dan in een landelijke omgeving. Mocht er geen standaard onderhoudscontract zijn: de meeste systemen geven een melding als er filters zijn vervuild, op basis van het aantal draaiuren of de hoeveelheid lucht die door het filter is geblazen. Fabrikanten voeren regelmatig verbeteringen door in hun filters, zodat deze bijvoorbeeld nog nauwkeuriger aansluiten. Ook zijn originele filters te verkiezen boven imitaties waarvan de kwaliteit niet is gegarandeerd. Als filters regelmatig worden vervangen, is dat over het algemeen geen vies klusje. Meestal zit er een lipje aan, waarmee je het filter makkelijk eruit kunt trekken. Bij uitgebreide systemen is er speciaal gereedschap nodig om de kast open te schroeven. Filters die jarenlang zijn blijven zitten, willen nog wel eens sterk zijn vervuild, bijvoorbeeld met schimmels en resten van dode dieren. In dat geval zijn handschoenen en een mondmasker aan te raden.
3 De duivel zit in de details
Particuliere woningeigenaren hebben nog wel eens de neiging om alle toe- en afvoerventielen bij elkaar in een sopje te gooien. Na afloop is dan niet meer duidelijk welk ventiel bij welke ruimte hoort. Dat leidt niet meteen tot schade, maar het systeem raakt er wel door ontregeld. Een ruimteaanduiding per ventiel en blokkering zijn dan handig. Het technische onderhoud aan de ventilatoren staat eens in de drie tot vijf jaar op het programma; een visuele check en meting van het elektriciteitsgebruik in laagstand. Bij een afwijking van meer dan 20 procent ten opzichte van het referentiegebruik in de productspecificatie moet de ventilator worden vervangen.
Let goed op bij het schoonmaken van de ventilator, want daarbij worden vaak de balanceerclips verschoven of per ongeluk weggehaald. De ventilator raakt dan in onbalans, begint te trillen en lawaai te maken. Als niet tijdig wordt ingegrepen, gaan de lagers kapot. Voorzichtigheid is ook geboden bij ventilatoren met achterovergebogen schoepen. Deze ventilatoren worden minder snel vuil, maar zijn niet los te maken van de motor. Schoonmaken is dus een secuur klusje. Sommige installatieonderdelen werken niet op netstroom maar op batterijen, zoals de RF-schakelaar. De levensduur van zo’n batterij is drie tot vijf jaar, afhankelijk van de meetfrequentie en het aantal bedieningen per dag.
4 Check het resultaat
Een mechanisch of gebalanceerd ventilatiesysteem wordt na de installatie afgesteld op basis van de ontwerpparameters. Na het instellen van het ventilatietoestel en het inregelen van de ventielen wordt met een debietmeting de luchtaanvoer en -afvoer in verschillende ruimtes gecontroleerd. Als alles in orde is, wordt er niet te weinig maar ook niet te veel lucht aan- en afgevoerd. Een te hoog debiet leidt tot onnodig veel stroomverbruik, een te laag debiet tot te weinig frisse lucht. Het verschil tussen de gemeten volumestroom en die van het ontwerp mag maximaal 5 procent zijn. Ventilatiesystemen hoeven in principe niet opnieuw te worden afgesteld na klein onderhoud. Inregelen kan wel nodig zijn als er bij het onderhoud foutjes zijn gemaakt, zoals het verschuiven van de instellingen op de ventielen. Of als er grote onderdelen zijn vervangen, zoals het ventilatietoestel. Afstellen is een tijdrovend, nauwkeurig werkje. Maar het zorgt er wel voor dat het ventilatiesysteem opnieuw werkt zoals berekend bij het ontwerp.
5 Praat met de klant
Als de onderhoudsmonteur de deur achter zich dichttrekt, zit het werk erop. Maar of het ventilatiesysteem vervolgens optimaal presteert, hangt ook af van het gedrag van de (eind)gebruiker. Maak dus vooral een praatje met de klant, liefst vooraf. Stel specifieke vragen. Hebben ze de neiging om de installatie uit te zetten omdat ze het gezoem hinderlijk vinden? Worden ze in de middag wel eens wat slaperig achter hun bureau? Is het elektriciteitsgebruik onverklaarbaar gestegen? Blijven kookgeuren lang hangen? Allemaal aanknopingspunten voor het onderhoud. Particulieren hebben baat bij tips. Een vast moment voor het vervangen van filters kan bijvoorbeeld zijn bij het verzetten van de klok in voorjaar en najaar. En controleer of ze een handleiding of onderhoudsboekje hebben voor het eenvoudige schoonmaakwerk. Dat frist lekker op!
Ventileren in coronatijden
De coronaviruspandemie heeft het belang van optimale ventilatie eens te meer duidelijk gemaakt. Dat het nog lang niet overal goed zit met de toevoer van frisse lucht blijkt onder meer uit het lopende onderzoek naar het binnenklimaat op scholen. Zo’n 800 scholen halen de normen uit het Bouwbesluit niet. Het scholenonderzoek werd gebaseerd op de visie van het RIVM dat het coronavirus zich vooral verspreidt via hoesten of niezen en dat de bestaande richtlijnen in het Bouwbesluit afdoende zijn. Nederlandse leveranciers van ventilatiesystemen gaan echter uit van de strengere richtlijnen van de REHVA, de Europese federatie van verwarming, ventilatie en airconditioning verenigingen. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de mogelijke verspreiding van het coronavirus via aerosolen. De REHVA ontraadt bijvoorbeeld het deels recirculeren van afgevoerde lucht om energie te besparen. Gescheiden warmteterugwinning (wtw) vormt daarentegen geen probleem. Een decentraal systeem met recirculatie, zoals een airco-unit, is niet gevaarlijk zolang er continu verse, schone lucht wordt toegevoerd. Royaal luchten is in elke situatie aan te raden, net zoals het regelmatig vervangen van filters. Volgens de leveranciers van ventilatiesystemen is standaard onderhoud verder afdoende. Wel wordt geadviseerd om 24/7 te ventileren (ook als er niemand in een ruimte is), minimaal in de basisstand en met een CO2-instelling op de hoogste stand (bij voorkeur op 800 - 1.000 ppm). De installatie mag dus nooit worden uitgeschakeld, ook om de groei van schimmels in de kanalen te voorkomen. Units met een warmtewiel moeten goed worden afgesteld om het ‘teruglekken’ van vuile lucht te voorkomen. Bij mechanische ventilatie hangt het af van de systeemcapaciteit in combinatie met de bezetting, of er al dan niet een extra raampje open moet. Extra luchten mag wel altijd. De vereniging Binnenklimaat Nederland (voorheen de VLA) werkt momenteel aan een Masterplan Ventilatie waarmee professionals de ventilatie in utiliteitsgebouwen kunnen optimaliseren. Inmiddels zijn de eerste twee producten gelanceerd: 'Quickscan ventilatie in scholen' en 'Quickscan ventilatie in kantoren'. De REHVA is gestart met een online training op basis van hun eigen Covid-19-richtlijn, inclusief examen en certificaat: www.rehva.eu.
Dit artikel is tot stand gekomen na contact met de volgende leveranciers: Brink Climate Systems, Buva, ClimaRad, Duco, Renson, R-vent en Zehnder.
Tekst: Mathilde van Hulzen
Fotografie: Renson, iStock
Meer weten over de nieuwste installatietechnieken en de laatste richtlijnen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis tweewekelijkse nieuwsbrief.